Door Jan Gajentaan

Volgens het Britse weekblad The Economist in een vandaag gepubliceerd artikel (getiteld The billion-dollar fraud) wordt Venezuela momenteel geteisterd door een aantal grote corruptieschandalen. Het land bundelt ergens onderaan de corruptie-index van Transparency International en wordt zelfs voorbij gestreefd door corruptiegevoelige staten als Haïti of Zimbabwe.

Het blad haalt enkele megazaken aan die momenteel spelen in Venezuela, waaronder die van het staatsbedrijf Ferrominera, een mijnbedrijf dat ijzererts ontgint en dat al jaren te maken heeft met een teruglopende omzet. Door het ijzererts ver onder de marktprijs te verkopen in ruil voor illegale “kick-back” vergoedingen, zouden de verantwoordelijken binnen het bedrijf de staat benadeeld hebben voor een bedrag van maar liefst 1,2 miljard US dollar.

Een andere geruchtmakende affaire is die van een ander staatsbedrijf, Cadivi. Deze instantie is verantwoordelijk voor het Venezolaanse deviezenverkeer (aankoop/verkoop van vreemde valuta). Volgens de Governor van de Centrale Bank van Venezuela mevrouw Edmée Betancourt is de staat in dit geval vele miljarden misgelopen door een geraffineerd systeem van valse facturen, die naar nepbedrijven werden verstuurd.

Het is algemeen bekend dat wijlen Hugo Chávez een streng anti-corruptiebeleid voerde, maar in de praktijk kwam dit erop neer dat alleen leden van de oppositie vervolgd werden, vaak voor zaken waarvoor geen enkel of alleen maar een schimmig bewijs was.

Deskundigen zijn van mening dat het geval van Venezuela aantoont dat strenge anti-corruptiewetgeving nauwelijks zin heeft als niet tegelijkertijd gezorgd wordt voor onafhankelijke rechtspraak en een strikte naleving van de trias politica. Overigens wordt ook Brazilië, dat een betere reputatie heeft als rechtsstaat, momenteel achtervolgd door tal van corruptieschandalen.