INGEZONDEN
Het broeit al enige tijd binnen de regeringscoalitie. Het is publiek geheim dat de twee grootste regeringspartijen, VHP en Abop, fundamenteel van inzicht verschillen bij gevoelige beleidsaangelegenheden. Er zijn veel voorbeelden waarbij de coalitie partners geen gezamenlijk standpunt hebben.
Benoeming PG
Er is nu een waas van geheimzinnigheid rond de goedkeuring tot benoeming van Garcia Paragsingh tot procureur-generaal (PG) . Juist zo een delicate kwestie zou niet in zo een sfeer moeten terecht komen als nu is gebeurd.
De PG is het hoofd van het Openbaar Ministerie, dat een cruciaal instituut is in de rechtspraak. Indien er om welke reden dan ook vragen worden opgeworpen omtrent de (on)partijdigheid van de baas van dit vervolgingsapparaat kan dat enorm veel schade teweeg brengen voor de strafrechtspleging in de democratische rechtsstaat Suriname.
Deze benaderingswijze is ronduit onvolwassen en ongezond. In deze opsomming passen ook de initiatief wetsvoorstellen die parlementariërs hebben ingediend voor wijziging van de kiesregeling.
Men kan hierdoor bijna zeggen dat er onoverbrugbare perikelen zijn ontstaan tussen de partijen. Binnen dit gespannen milieu zal het bijzonder moeizaam worden om duurzame sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkeling neer te zetten.
Indien de VHP en Abop voornemens zijn om bij de aanstaande verkiezingen van mei 2025 een goede beurt te maken dan zullen ze de grondhouding tegenover elkaar drastisch moeten wijzigen om enige sympathie te kunnen kweken bij het electoraat. We weten dat beide partijen zeer ambitieus zijn voor de komende stembusgang.
Voor de nabije toekomst heeft Abop zijn zinnen gezet op het presidentschap, terwijl de VHP uitkijkt naar een tweede termijn hiervoor. Mischien is ook de tegendraadse opstelling naar elkaar toe hieruit te verklaren.
Lachende derde
Elkaar subtiel en openlijk saboteren zal resulteren in elkaars nadelen. Het volk zal gedwongen worden om ongewild te kiezen voor een lachende derde. Dat zal dan de schuld zijn van de twee kemphanen die elkaar maar niet kunnen begrijpen.
Daadwerkelijke samenwerking zal ongetwijfeld leiden tot electoraal rendement voor beide partijen. Maar dan moet de samenwerking niet alleen met de mond beleden worden, maar er moet bijvoorbeeld een optimale samenwerking zijn tussen de ministeries en men moet elkaar niet aanmerken als concurrenten, maar eerder als samenwerkende partners voor de ontwikkeling voor de natie.
De neuzen moeten in de praktijk daadwerkelijk in één richting wijzen. Elke andere opstelling en benadering zal leiden tot kapitaalvernietiging en achteruitgang en dit is precies wat we niet nodig hebben. We zijn reeds diep in de tweede helft van de wedstrijd. Willen we echt tot scoren komen dan moeten we dat doen middels het juiste combinatiespel.
Hierin hebben we het totale team nodig. Ondoordachte soloacties kunnen tot balverlies leiden op de eigen speelhelft en daarbij riskeert men een doelpunt, wat fataal kan worden voor de uiteindelijke uitslag van de wedstrijd. Er zijn dus duidelijke valkuilen voor de coalitiepartijen op weg naar 25 mei 2025.
Ettiré Patra