De totale staatsschuld bedroeg per ultimo mei dit jaar USD 3,1 miljard. Omgerekend in lokale valuta is dat SRD 117,7 miljard. Dit is gelijk aan 200,2 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) uitgegeven door het statistiekbureau (ABS) in 2021, terwijl op basis van het geschatte BBP-cijfer van het IMF over dit jaar, de schuldratio 89,2 procent bedraagt. Dit blijkt uit het tweede kwartaalverslag voor dit jaar van het Bureau voor de Staatsschuld (Suriname Debt Management Office / SDMO). 

Uitstaande schulden worden volgens de Wet op de Staatsschuld omgezet in SRD, waarbij de Centrale Bankkoers wordt gehanteerd op de dag van rapportage. Dit gebeurt vanaf februari dit jaar. Hierdoor is de schuld volgens de wet gelijk aan de schuld volgens de internationale definitie. Vanaf dit jaar worden achterstallige betalingen van geleverde diensten aan de overheid  ook meegenomen in de totale binnenlandse schuld. Dit zijn de zogeheten “suppliers arrears”.

De uitstaande schuld per ultimo mei 2023 is ten opzichte van december 2022 met 64 procent toegenomen. Dit heeft onder andere te maken met de ontwikkeling van de koers. Ultimo mei dit jaar is de waarde van de SRD ten opzichte van de USD met 19 procent gedaald. De totale schuld bestaat voor ruim 89 procent uit schulden aangegaan in vreemde valuta, waardoor er een zware druk ontstaat op de uitstaande schuld.

Toegenomen achterstanden

Een andere reden voor de toename van de schuld zijn de toegenomen achterstanden, voornamelijk op de binnenlandse schuld met circa 22 procent. De totale achterstand op de schuld bedroeg USD 550,4 miljoen.

Ook is er in januari een nieuwe lening bij gekomen, te weten de “gold loan”. De zogenaamde “gold loan agreement” opgenomen in de uitstaande binnenlandse schuld, was een renteloze schuld die initieel in maart 2018 was aangegaan voor 1 jaar. Deze schuld was niet geregistreerd door de Rekenkamer en het kwam ook niet voor in de schuldadministratie van SDMO. De crediteur van deze schuld is de Suriname Environmental and Mining Foundation (SEMiF) die aan de overheid 8.000 troy ounce goud had geleend. Deze schuldovereenkomst is in 2021 geamendeerd, waarbij de looptijd verlengd was met 5 jaar en dus in 2026 moet worden afgelost. Registratie van de schuld door de Rekenkamer om het rechtsgeldig te maken vond plaats op 13 januari 2023. De schuld moet gewaardeerd worden tegen de Londen Bullion Markt (LBMA) prijs. Per ultimo mei bedroeg de waarde USD 15,7 miljoen.’
SS