Bus- en boothouders, werkzaam voor het Nationaal Vervoerbedrijf (NVB), hebben hun voertuigen al vier dagen niet ingezet en hun boten aan de ketting gelegd vanwege uitstaande betalingen van de overheid. Het is al zo’n drie tot vier maanden geleden dat de houders van de boten en bussen hun vergoeding niet hebben ontvangen. Antonius Pokie, voorzitter van de Organisatie voor Boot- en Bushouders in Suriname (OBS), geeft aan dat er nog geen overeenstemming is bereikt met de overheid.

Op maandag hadden de bus- en boothouders een ontmoeting met de minister van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) en de directeur van de NVB, Fariyal Renfurm. Tijdens de bijeenkomst deed de overheid een voorstel om deze maand een deel van de achterstallige betalingen uit te keren, gevolgd door een deel na twee maanden en nog een deel na een maand. Echter, dit voorstel werd door de houders van de boten en bussen van tafel geveegd. Pokie verklaarde dat ze geen geloof hechten aan de beloften van de regering en eerder vreemde ervaringen hebben gehad met dergelijke toezeggingen.

De overheid eist dat ten minste twee maanden aan achterstallige betalingen wordt gestort voordat de bus- en boothouders hun voertuigen weer inzetten. Pokie meldt dat de directeur van de NVB heeft aangegeven dat er naar oplossingen wordt gezocht, maar tot nu toe hebben de bus- en boothouders niets vernomen. Hij benadrukt dat de actie van de OBS niet politiek geladen is; de leden willen simpelweg hun geld ontvangen.

Terwijl de regering momenteel met andere problemen te maken heeft en georganiseerde samenwerkende bonden ook druk bezig zijn, blijven de bus- en boothouders wachten op een bevredigende oplossing voor hun financiële kwesties. De situatie weerspiegelt de uitdagingen waarmee verschillende sectoren in Suriname worden geconfronteerd te midden van economische en financiële onzekerheid.