De culturele uitwisseling die het Surinaamse volk al vóór onze onafhankelijkheid kende, vormde een schat voor ontwikkeling. Belangrijke culturele evenementen werden uitbundig gevierd en gedeeld door diverse bevolkingsgroepen. Helaas, in de 21ste eeuw belandde deze positieve culturele beleving van etniciteit door religieuze en culturele groepen via een ‘stille machtsgreep’ in een wurggreep: economische machtselites maakten culturele etniciteit ondergeschikt aan politieke etniciteit!
Tekst en beeld Jack Menke
Onder het mom van eigen culturele identiteit en lippendienst aan de bromkidyari drongen vele politieke leiders door tot in het hart van de culturele etniciteit voor eigen short term politiek gewin. Dit is anti-ontwikkeling: enerzijds verkavelen de elites van de multi-etnische coalities hun enge belangen via door de staat verkregen inkomsten en privileges, waarbij ieder etnische elite een deel krijgt van de nyan patu; anderzijds wordt de Surinaamse samenleving op een verkeerd spoor gezet en blind gemaakt voor de elite roof met lege slogans van ‘eenheid in verscheidenheid’. Indien toonaangevende culturele niet-gouvernementele organisaties zich niet ontworstelen aan de wurggreep van politieke etniciteit zal het volk overgeleverd blijven aan de anti-ontwikkeling van de oude en nieuwe politiek.
Interculturele ontwikkeling
Al lang vóór onze onafhankelijkheid werden culturele feesten van diverse groepen in Suriname positief met elkaar gedeeld. Denk maar aan christelijke-, moslim- en hindoefeestdagen of culturele evenementen van inheemsen en tribale volken.
Zelfs bij onbegrip of spanningen over culturele kwesties brachten maatschappelijke instituten in goed overleg een oplossing. De onderhandelingen over officiële christelijke, moslim en hindoefeestdagen vormen een mooi voorbeeld van hoe maatschappelijke organisaties de zaadjes hebben gelegd voor interculturele ontwikkeling. Dit had tot gevolg dat in 1971 het moslim Eid-ul-Fitr-feest en het hindoe Phagwafeest nationale feestdagen werden.
De zittende regering besloot twee christelijke feestdagen (Tweede Pinksterdag en Hemelvaartsdag) te schrappen om balans te brengen in de nationale feestdagen. Hoewel aanvankelijk vanuit christelijke-, vakbonds- en politieke hoek er bezwaren waren tegen de wijziging van nationale feestdagen, heeft de invoering van Phagwa en Eid-ul-Fitr de culturele samenwerking tussen verschillende religieuze en etnische groepen in Suriname bevorderd.
Religieuze feesten
Het Eid-ul-Adha (Offerfeest) is een sprekend voorbeeld van de deelname aan religieuze festiviteiten door verschillende bevolkingsgroepen. Bij de vroegere houten moskee aan de Keizerstraat kwamen niet alleen Hindostaanse en Javaanse moslims tijdens de verdeling van vlees. Ook arme Afro-Surinamers en ander erfbewoners van de buurt waren welkom.
Omgekeerd deden christenen mee met Phagwa, Eid-ul-Adha en Eid-ul-Fitr en begonnen moslims en hindoes ook op hun manier christelijke feesten te waarderen. Dit was de situatie in vele buurten, zoals Abra Broki, waar mensen van verschillende bevolkingsgroepen meededen aan elkaars feesten.
Alakondre Dron
Henk Tjon (wijlen) coördineerde in 1971 tijdens een Parlatino-vergadering in Suriname een baanbrekende culturele show: de alakondre dron werd geboren. Dit was een demonstratie van interculturele ontwikkeling met 44 drummers uit diverse culturen. Bij iedere compositie werden bij elkaar passende ritmes met slaginstrumenten van verschillende culturen harmonisch op elkaar afgestemd (zoals de Afro-Surinaamse kawina, de Hindostaanse baithak gana en de inheemse sambura). Terwijl de ritmen harmonisch samensmolten tot een geheel, bleven de individuele culturen zichtbaar, hoorbaar en voelbaar.
De alakondre dron beoogde tevens de Surinaamse natie internationaal uit te dragen, wat ook gebeurde bij evenementen, zoals Carifesta. Een dieper doel van de alakondre dron was een voorbeeld te zijn om interculturele vorming op te nemen in ons onderwijs. Helaas, beleidsmakers hebben dit niet opgepakt, wat een gemiste kans is.
Wie culturele etniciteit wel oppakte, maar met andere bedoelingen, waren vele politieke leiders. Sommigen pleegden een stille machtsgreep op de hoogstandjes van culturele etniciteit. Politici en hun partijen gingen voor het enge politieke belang de vanuit de samenleving opgebouwde culturele etniciteit steeds meer inkapselen met ‘fisti prodo’: etniciteit werd ingezet tegen ontwikkeling.
Politieke en culturele etniciteit
Om de etnische verhoudingen in Suriname te kunnen begrijpen, moeten we culturele etniciteit en politieke etniciteit onderscheiden. Politieke etniciteit gaat over de politieke verkaveling en toewijzing van onder meer ministeries, politieke functies en baantjes aan coalitiepartijen: etniciteit wordt door de elites politiek vertaald in de verdeling van inkomsten en privileges, met de nodige concurrentie en conflicten.
Culturele etniciteit daarentegen is verbonden met cultuuruitingen, zoals eetgewoonten, religieuze en herdenkingsactiviteiten. Hierdoor wordt de identiteit van een bepaalde etnische groep zichtbaar. Culturele en politieke etniciteit kunnen soms in balans met elkaar staan. Maar de balans kan ook helemaal omslaan. Dit gebeurde in Suriname via een ‘stille machtsgreep’ waarbij culturele etniciteit ondergeschikt werd gemaakt aan politieke etniciteit.
Politiek-economische wurggreep
In de 21ste eeuw wordt culturele etniciteit “gecoupt” door politieke partijen die de toon zetten op nationale hoogtijdagen met de talloze (vaak lege) dankbetuigingen via digitale nieuwsmedia. Maar het neemt grove vormen aan wanneer nationale feestdagen worden gebruikt voor tegenover elkaar staande vertoningen: enerzijds lippendienst bewijzen aan de bromkidyari, aan de ander kant wordt langs politiek-etnische lijnen massa gemobiliseerd voor eenheid onder de eigen etnische achterban. Daarbij wordt de harde werkelijkheid van zich zelf verrijkende elites onder het tapijt geschoven.
Immers, ook in Suriname zijn vele economische en politieke elites elkaars bondgenoten dwars door etnische en partijpolitieke scheidslijnen. Via politieke etniciteit verkavelen zij onze staat in etnische ministeries voor eigen belang. Zij eigenen zich concessies en percelen toe, beschermen elkaar voor drugshandel, smokkel, witwassen, natuurvernietiging en dit tegen de daadwerkelijke ontwikkeling van cultuur en natuur. In plaats van een strategie te maken voor interculturele ontwikkeling wordt het volk zand in de ogen gestrooid met af en toe pakketten en lippendienst aan de ‘bromkidyari’.
Terwijl de politiek steeds meer de uiterlijke schijn ophoudt van de Surinaamse bromkidyari zien we steeds meer donor gedreven (etnische) NGO’s hun ziel verkopen aan politieke bonzen. In plaats van het maken van strategieën voor interculturele ontwikkeling lopen ze achter politieke partijen die vanuit een achterhaald rasbegrip ‘mensen die op hun lijken’ willen mobiliseren.
Ras
Politiek eigen belang en onwetendheid maken de verwarring en het verkeerd gebruik van etnische diversiteit als ontwikkelingsbron groter. In Suriname gebruiken behalve politici, ook mensen van de straat en sommige beroepsgroepen (vele artsen) ‘ras’ verkeerd door te praten over rassen in plaats van bevolkingsgroepen.
Voor de duidelijkheid: het woord ras is verbonden met het wetenschappelijke racisme in het negentiende-eeuwse Europa. De nadruk ligt op uiterlijke en erfelijke eigenschappen om groepen mensen van elkaar te onderscheiden, waarbij huidskleur het sterkst op de voorgrond treedt. Echter, de indeling in blanke, zwarte en mongoolse ras in de hedendaagse wetenschap is achterhaald. Voor de duidelijkheid: sinds de tweede helft van de vorige eeuw wordt wetenschappelijk uitgegaan van slechts één ras: het menselijke ras met als oorsprong Afrika.
Etnische groep, rassen en volken
Groep Omschrijving
Etnische groepen Verbonden door gemeenschappelijke culturele, taalkundige en historische achtergrond
Volken Groepen mensen die historisch een gebied en cultuur delen. (Inheemsen en tribale volken)
Rassen Groepen mensen met nadruk op uiterlijke en erfelijke eigenschappen (huidskleur op de voorgrond)
Interculturele ontwikkeling versus machtselites
Terwijl de wurggreep van politieke etniciteit over culturele etniciteit via economische elites dwars door etniciteit voortgaat, blijven veel burgers in Suriname het liedje zingen dat de etnische hokjes een kernoorzaak vormen van “geen ontwikkeling”. Dit is een misvatting! Een belangrijke oorzaak van “geen ontwikkeling” vormen de machtselites die dwars door etnische afkomst in politieke coalities de economische koek via de staat verdelen en daarbij etnische patronage gebruiken om kiezers te winnen.
De heersende politieke partijen in Suriname verwierven steeds meer macht: vooral via de Grondwet, illegale financiering, controle over niet-duurzame natuurlijke hulpbronnen, traditionele en sociale media via met de mond beleden ‘Eenheid in verscheidenheid’. Daarbij worden de staat, staatsbedrijven en de natuur via afspraken tussen de politieke elites langs etnische lijnen zodanig verkaveld dat de overheidsinstituties niet voor, maar eerder tegen ontwikkeling functioneren.
Op slinkse wijze proberen politieke leiders steeds meer politieke etniciteit in te zetten om de waardevolle schat van culturele etniciteit ondergeschikt te maken voor eigen machtsbehoud. De ontwikkelingskracht van NGO’s is in de 21ste eeuw drastisch afgenomen door de verwording van vele organisaties tot donor-driven NGO’s, die bovendien op achterhaalde gronden van ‘ras’ sentimenten zich verbinden met een door een etnische elite geleide partij.
Indien door de politiek ingekapselde toonaangevende NGO’s zich niet ontworstelen aan de wurggreep van politieke etniciteit zal ons volk overgeleverd blijven aan de oude en nieuwe politiek-economische elites. Het is de hoogste tijd dat bonafide NGO’s zich bundelen om kansen voor interculturele ontwikkeling te bewerkstelligen als tegenwicht voor de wurggreep van politieke etniciteit.