Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ANALYSE — Chaos in Santokhi’s bacovenwinkel

ANALYSE — Chaos in Santokhi’s bacovenwinkel

Chaos heerst in de ‘bacovewinkel Suriname’ die president Chandrikapersad Santokhi leidt. Veel ministers doen schijnbaar waar ze zin in hebben, terwijl vicepresident Bharrat Jagdeo van Guyana ongestraft minister Parmanand Sewdien van Landbouw Veeteelt en Visserij een ‘louche figuur’ mag noemen. Santokhi staat erbij en kijkt er slechts gelaten naar. De touwtjes in de winkel zijn inmiddels uit zijn handen geglipt.

Tekst Armand Snijders
Beeld dWT archief

Jagdeo deed zijn uitspraken vorige week tijdens een persconferentie in zijn hoedanigheid van secretaris-generaal van de People’s Progressive Party Civic in de aanloop naar de verkiezingen in juli. Hij had geen goed woord voor Sewdien in het slepende conflict over de 150 visvergunningen, die Santokhi eind 2020 aan zijn collega Irfaan Ali had toegezegd voor Guyanese vissers. “Ik heb geen vertrouwen in hem”, zei hij over de Surinaamse bewindsman. En: “Hij is een duister personage, een louche figuur met wat hij deed met de vissersvergunningen.”

De Surinaamse regering, met Sewdien voorop, ontkent in alle toonaarden dat die vergunningen ooit door Santokhi zijn toegezegd, maar heeft geen harde bewijzen op tafel gelegd om dat te staven. In plaats daarvan proberen Surinaamse leiders het onderwerp dood te zwijgen, wat extra kwaad bloed zet in het buurland. Tot nu toe heeft Suriname geen enkele vergunning verstrekt. In dat licht moeten de beledigende opmerkingen van Jagdeo geplaatst worden.

Terwijl Suriname de fluwelen handschoen hanteert, kan Guyana doorgaan met denigrerende opmerkingen te plaatsen

Geen harde noten

Zolang de kwestie niet is uitgepraat, zal het als een schaduw over de toekomstige relatie tussen de buurlanden blijven hangen. Het zou zelfs de afspraken over samenwerking bij projecten in de olie- en gassector in gevaar kunnen brengen, evenals het gezamenlijke streven voor een brug over de Corantijn op de helling kunnen zetten.

Maar wie had gedacht dat minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking vorige week tijdens zijn bezoek aan Guyana zijn collega Hugh Todd zou hebben aangesproken op de uitbarsting van Jagdeo richting Sewdien, kwam weer eens bedrogen uit.

Hij was daar vooral om ‘prioriteiten te benoemen voor bilaterale besprekingen’, dus niet om harde noten te kraken. Het is het bekende vooruitschuiven van problemen, waar deze regering om bekend staat. Terwijl Suriname de fluwelen handschoen hanteert, kan Guyana doorgaan met denigrerende opmerkingen te plaatsen.

Internationale druk

Maar de Guyanese kwestie is niet het enige probleem dat in de ’bacovewinkel van Santokhi’ ligt te verrotten’ omdat hij en zijn ministers weigeren zaken adequaat en doordacht aan te pakken. De president doet helemaal niets om oplossingen te brengen. Of op zijn minst te reageren en te erkennen dat er problemen zijn.

Ook de missers van bepaalde ministers stapelen zich op, om te beginnen met die uit zijn eigen partij VHP. Santokhi weigert echter hardnekkig de rotte bacoven uit zijn winkel te verwijderen. Zo is het nog steeds onbegrijpelijk dat zijn vertrouweling Ramdin op zijn plek mag blijven zitten, terwijl hij keer op keer betrokken was bij allerlei grove schandalen, die zonder uitzondering onder de mat werden geveegd.

Hij heeft Suriname ook vele malen internationaal te schande gemaakt, met onder meer de ambassade die hij in Jeruzalem wilde opzetten. En vorige week nog, toen hij de door hem maanden geleden afgeschafte visumplicht onder internationale druk weer voor eenentwintig landen moest invoeren, omdat vanuit die landen onze buurlanden werden overspoeld door gelukszoekers die via ons land daarheen reizen.

Onsterfelijk belachelijk

Ook andere ministers hebben vorige week voor de zoveelste keer aangetoond dat ze volstrekt ongeschikt zijn. Riad Nurmohammed van Openbare Werken maakte zich weer eens onsterfelijk belachelijk naar aanleiding van de staking van de vuilophalers. Die weigerden uit te rijden vanwege een financieel conflict met het ministerie. De bewindsman voorzag echter geen problemen omdat er toch minder kippenbotjes zouden worden weggegooid en er dus minder afval gezet zou worden.

Hij doelde daarmee op de heersende crisis, waarin de prijs van kip is verveelvoudigd. Consumenten kunnen dus helemaal niet veel kopen, dus is er ook minder op te halen door de vuilniswagens, zo redeneerde hij in zijn simpele beleving. Een onbegrijpelijke opmerking, zeker tegen het licht dat de hevigheid van de crisis vooral is te wijten aan de regering waar hij deel van uitmaakt.

Ook Santokhi moet weten dat je maar één rotte vrucht hoeft te hebben, de andere worden al snel aangetast

Gescheurd jasje

Nurmohammed’s partijgenoot en collega Amar Ramadhin van Volksgezondheid deed ook in negatieve zin van zich horen door woedende gezondheidswerkers voor zijn ministerie niet te woord te willen staan en achteraf alleen maar te klagen dat het jasje van een buitenlandse gast was gescheurd. Dat was inderdaad niet netjes, maar de woede van de actievoerders valt wel te begrijpen.

Ramadhin heeft er in de tijd dat hij minister is, bitter weinig aan gedaan de teloorgang van de zorgsector tegen te gaan en ervoor te zorgen dat medewerkers zich gewaardeerd voelen. In plaats daarvan voelen ze zich keer op keer door hem belazerd door halve toezeggingen die zelden worden nagekomen.

Al deze blunders worden binnen de muren van de ‘bacovewinkel van Santokhi’ geaccepteerd. De president is nog geen enkele keer opgestaan, noch heeft hij zijn ministers publiekelijk krachtig toegesproken of gecorrigeerd. Hij verschuilt zich ondertussen achter nationale dialogen, presidentiële commissies, werkgroepen en een batterij aan vage adviseurs.

Maar ook Santokhi moet weten dat je maar één rotte vrucht hoeft te hebben, en  de andere worden al snel aangetast. Met als gevolg dat de situatie in de ‘bacovewinkel’ straks onhoudbaar is en de kiezers daar heel ver van weg zullen blijven.