Minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken heeft zondag tijdens een partijactiviteit van de Pertjajah Luhur in het openluchtmuseum in Nieuw-Amsterdam in het district Commewijne in verband met de viering van 133 jaar Javaanse Immigratie flink uitgehaald naar delen van de media. Somohardjo zei dat Radio 10 en de Ware Tijd een hetze tegen hem zijn begonnen nadat hij tijdens de viering van Javaans Nieuwjaar de artiest Maroef Amatstam zou hebben verboden om het lied “Libi kon tranga now” te zingen op het Onafhankelijkheidsplein.
De minister die ook partijsecretaris van de PL is zei dat hij dat heeft gedaan omdat hij tijdens de activiteit op het Onafhankelijkheidsplein geen politiek wilde hebben. Radio 10 heeft naar zeggen van Somohardjo dit nummer tot een hit gemaakt ter ere van hem. Dit terwijl Suriname presidenten en vicepresidenten heeft gehad die het land hebben vernietigd. Nooit eerder heeft dit station een lied tot hit gemaakt ter ere van deze landvernietigers, hield minister Somohardjo zijn gehoor voor.
Hij gaf te kennen dat de Ware Tijd ook een artikel zou hebben geschreven waar hij en de Javanen voor dom zou zijn uitgemaakt.
Suriname heeft presidenten en vicepresidenten gekend die het land hebben vernietigd en het geld van het land hebben gebruikt om aardappelen en uien te kopen, maar er is ook een minister die nog steeds voortvluchtig is, zei Somohardjo. Hij noemde Radio 10 en de Ware Tijd waardeloze mediahuizen en racisten.
Somohardjo die een exemplaar van de Ware Tijd in zijn hand hield gooide dit demonstratief op het podium. Hij gaf te kennen dat hij uit respect voor vicepresident Ronnie Brunswijk het exemplaar van de Ware Tijd niet wilde verscheuren.
Somohardjo stond stil bij de bijdrage die de Javanen hebben kunnen leveren om presidenten en vicepresidenten te kunnen kiezen. Dit terwijl de Javanen zelf niet in staat zijn om op eigen kracht politieke macht te verwerven. Hij vroeg de aanwezigen hoeveel Javanen ministers zijn. Ondanks er 65.000 Javaanse kiesgerechtigden zijn, zijn ze niet in staat om op eigen kracht politieke macht te verwerven.