Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » 60 jaar NOB: ‘We moeten verder. Jouw droom moet gerealiseerd worden’

60 jaar NOB: ‘We moeten verder. Jouw droom moet gerealiseerd worden’

Tekst Daniëlla Tauwnaar
Beeld Donovan Nasio

PARAMARIBO — De Nationale Ontwikkelingsbank van Suriname (NOB) heeft haar 60-jarig jubileum in Courtyard by Marriott ingeluid met de onthulling van een nieuwe visuele identiteit. In bijzijn van staf, personeel, ontwikkelingspartners en de aandeelhouder werd zaterdag bij monde van directeur Sandy Cameron, opnieuw beloofd dat de financiële instelling tot het uiterste zal gaan om personen en bedrijven in Suriname vooruit te helpen.

“We gaan niet met pensioen, we moeten verder, we gaan een nieuw tijdperk in, terug naar de glorietijden”, aldus Cameron die het gros van haar speech toewijdde aan waar de NOB voor staat: het realiseren van dromen.

“Wij zijn geen concurrent van de commerciële banken. We zijn complementair. We helpen je tot je ready bent om te gaan naar een commerciële bank”

directeur Sandy Cameron

Deze belofte is geheel in lijn met de historische taakstelling van de bank en de nieuwe toekomstgerichte slogan ‘We moeten verder’. Die aanmoediging werd meerdere malen benadrukt door opeenvolgende sprekers. “Jouw droom moet gerealiseerd worden. Vooral starters die niet voldoende cashflow hebben en niet terecht kunnen bij de commerciële banken. Kom eerst naar de NOB. Wij zijn de goedkoopste!”

Cameron voegde eraan toe dat de NOB geen concurrentiestrijd aangaat met andere banken. “Wij zijn geen concurrent van de commerciële banken. We zijn complementair. We helpen je tot je ready bent om te gaan naar een commerciële bank.” De directeur presenteerde de nieuwe visie, missie en kernwaarden van de bank, en stond enige tijd stil bij de laagdrempeligheid, deskundigheid en de persoonlijke benadering waar de NOB om bekend staat. 

Investeren in ‘kleine man’

Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning, die namens de Staat aandeelhouder is van de NOB, liet tijdens zijn toespraak doorschemeren dat hij zijn betrokkenheid bij de verdere groei en ontwikkeling van de bank als ‘meer dan een ministeriele verplichting’ ervaart.

“Ik ben trots om aandeelhouder te zijn. De NOB staat met beide benen in de gemeenschap; daar waar dat het hardst nodig is. Het is niet per se zo dat goede ideeën alleen bij goed geschoolde, rijke mensen zijn. Het zit vaak bij gewone, eenvoudige mensen. Het is de moeite waard om te investeren in gewone mensen.” 

Raghoebarsing besprak de rol die de NOB kan vervullen in de opkomende Olie en Gas-industrie, door kleine en middelgrote bedrijven te helpen gevraagde producten en diensten te leveren in topkwaliteit. “Leiders zitten in de gemeenschap: kleine bedrijven die een dag groot zullen worden en studenten die zullen afstuderen en de leiding van het land zullen overnemen. De NOB heeft een rol om talent in studenten en ondernemers de kans te geven en hier in Suriname kwaliteitsbedrijven te helpen ontwikkelen.”

De financiënminister stak niet onder stoelen of banken hoe zeer hij en zijn collega-ministers, alsook de president, onder de indruk zijn van de eenvoud, professionaliteit en gedrevenheid van het management van de NOB. Hij sprak vol lof over het feit dat de leiding van de bank overwegend uit vrouwen bestaat, die voortreffelijk werk verrichten.

“Het team was twee weken terug bij de president en ik was onder de indruk van de eenvoud waarmee hun verhaal werd verteld en de helderheid waarmee het beleid op tafel werd gelegd.” Raghoebarsing betitelde het werk van de NOB als “baanbrekend” door een vergelijking te trekken met de Indiase Grameen Bank, Nobelprijswinnaar voor het verstrekken van microkredieten aan de allerarmsten. “Het doel is niet dat iemand eeuwig cliënt is van de bank, maar dat men een fase in ontwikkeling doormaakt en na die fase zelfstandig verder kan.”

Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning brengt namens de Staat als aandeelhouder de felicitaties over.

Uitbreiding portfolio

Het fonds voor medische specialisten in opleiding is een van de fondsen onder beheer van de NOB. De middelen zijn afkomstig van ministerie van Volksgezondheid, dat tevens verantwoordelijk is voor toewijzing aan medici die daarvoor in aanmerking komen. Gezondheidsminister Amar Ramadhin brak uit persoonlijke ervaring een lans voor uitbreiding van het portfolio van de bank.

Ramadhin heeft 22 jaar geleden als medisch student zelf gebruik gemaakt van een studiebeurs van de NOB. “Ik ben mede door de NOB geworden wat ik nu ben.” Nu ziet hij als medicus en beleidsmaker nieuwe manieren waarop de bank de samenleving kan dienen.

Een daarvan is een solidariteitsfonds. Daarmee kan uit algemene bronnen en andere vormen van inkomsten een klein segment van de samenleving worden gefaciliteerd, dat voor medische behandeling moet worden uitgezonden naar het buitenland. Het voorstel om topklinische zorg toegankelijker te maken via de NOB, zal met andere aanverwante voorstellen nader worden besproken en uitgewerkt in regeringsverband, aldus Ramadhin.

Facilitering bedrijfsleven

Wilgo Bilkerdijk, voorzitter van de Associatie van Fabrikanten in Suriname (ASFA), bracht namens het bedrijfsleven de felicitaties uit met de woorden: “De NOB is onze bank als ontwikkelingsbank.” Bilkerdijk maakte meteen van de gelegenheid gebruik om een bottleneck dat op het hoogste niveau moet worden aangepakt onder de aandacht te brengen. Namelijk de toepassing van de compliance regels op de NOB als staatsbank met een ontwikkelingstaak. “De NOB kan, als ontwikkelingsbank, niet onder dezelfde commerciële merites worden getoetst, anders breng je geen ontwikkelingskapitaal naar de doelgroep”, betoogde de ASFA-voorzitter. 

De NOB heeft als beheerder van het Fonds Technische Bijstand Particuliere Sector (FTBP), en sinds kort ook het Productie Krediet Fonds (PKF), een grotere rol in het faciliteren en stimuleren van klein- en middelgrote bedrijven. Via het PKF kan maximaal een bedrag van SRD 2 miljoen worden geleend tegen een rente van 5 procent.

En uit het FTBP worden, eveneens tegen een lage rente, leningen verstrekt voor specifieke bedrijfsbehoeften. Bijvoorbeeld het tijdelijk aantrekken van een expertise, het uitvoeren van marktonderzoek, certificeringstrajecten en meer. Het niet kunnen inbrengen van een onderpand of borg voor een lening bij de bank is een veelvoorkomend obstakel. Hierin kan het Garantiefonds, eveneens onder beheer van de NOB, een oplossing brengen. Dit fonds is bedoeld om ontbrekende financiële dekking te bieden aan commerciële banken, ten behoeve van ondernemers met haalbare bedrijfsplannen.

Doorgaan onder alle omstandigheden

NOB-raadsvoorzitter Reguillio Hira merkte op dat het brengen van duurzame ontwikkeling en rechtvaardige groei nog nooit zo urgent zijn geweest als nu. Maar de “passie, expertise en onwankelbaar geloof van de medewerkers in de potentie van de bank”, zullen het transformatieproces om hedendaagse uitdagingen te overbruggen, tot een succes maken.

De nieuwe slogan en huisstijl vallen samen met het 60-jarig jubileum en het traject voor institutionele versterking van de NOB. De nieuwe brand visualiseert de belofte om meer dan ooit bij te dragen aan de vooruitgang van burgers en Suriname in het algemeen. De slogan ‘We moeten verder’ moedigt aan om voortdurend stappen vooruit te maken en daarbij lering te trekken uit moeilijke situaties.

Dat het logo nu in ‘kleine letters’ is, symboliseert de toegankelijkheid en flexibiliteit van de bank. De punt erachter staat voor het constante streven naar punctualiteit en het behalen van gestelde doelen. De groene kleur staat voor innovatie, ondernemerschap en voortdurend bijdragen aan de ontwikkeling van jong Surinaams kader. De geel/oranje kleur staat voor het stimuleren van ondernemers en bedrijven die positieve resultaten hebben neergezet en rijp zijn voor de volgende fase van groei en succes.

Alvorens de vernieuwde website, waarop klanten van de bank worden geportretteerd, te lanceren, riep Hira de medewerkers op “samen het volgend hoofdstuk van de bank te schrijven”. “Een hoofdstuk gekenmerkt door vooruitgang en streven naar een beter ontwikkeld Suriname.”